Pesten op school: wat kunnen we eraan doen?

Scholen krijgen soms te maken met pesten tussen leerlingen. Hoe moeten ze dit aanpakken? Hoe kunnen leerkrachten en opvoeders ingrijpen? Welke projecten kunnen ze uitwerken en met welke partners? Welk gedrag moeten ze aan- en ontmoedigen? Het is een complex onderwerp, maar er zijn verschillende manieren.



Een spreek- en ruimtemoment voorzien



Het is het best om een gereguleerde ruimte te creëren waar leerlingen vrijuit kunnen spreken: Iedereen moet zich kunnen uitdrukken na de pauze of tijdens een vast wekelijks moment in een ruimte waar specifieke regels gelden. De leerling moet kunnen vertellen wat hij meemaakt, de conflicten beschrijven waarin hij betrokken zou zijn of waar hij getuige van geweest zou zijn. Het doel hiervan is om beginnende conflicten op een vredevolle en constructieve manier op te lossen zonder met de vinger te wijzen. Ook andere leerlingen kunnen betrokken worden bij het zoeken naar oplossingen. 





De speelplaats kan worden (her)ingedeeld naargelang het soort activiteit. Leerlingen kunnen op die manier hun bezigheid kiezen zonder de anderen te storen. Opvoeders en toezichters moeten er vervolgens op toezien dat de regels er worden nageleefd.







De rol van opvoeders bij het verzamelen van getuigenissen over pesten



Een leerling zal niet spontaan zelf volwassenen in vertrouwen nemen. Het zijn vaak de ouders die het pesten aangeven. Opvoeders kunnen echter wel deze rol op zich nemen en een vertrouwensband opbouwen met de leerlingen. Het zijn zij die namelijk rechtstreeks met hen contact hebben tijdens de pauze, tijdens springuren en maaltijden, aan het onthaal, tijdens de studie… Actief luisteren, een positieve aanpak bij conflicten en bemiddelen zijn belangrijke tools. 



De opvoeder speelt ook een belangrijke rol bij het voorkomen van geweld. Met dit doel voor ogen kan hij partnerschappen opbouwen: met het CLB, de ouderraad, mobiele teams, lokale projecten van de gemeente, het CAW, jeugdhuizen, wijkgezondheidscentra… De opvoeder is er tot slot ook om aan de wet te herinneren.



Het geheel van zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden maakt van een opvoeder een essentiële schakel in het opsporen van pesten.  







Gebaseerd op ervaring: te vermijden gedrag



Het Vlaamse netwerk “Kies Kleur tegen Pesten” brengt de verschillende betrokken partijen van het maatschappelijk middenveld, van verschillende verenigingen, uit de onderzoekswereld, overheden en openbare organisaties bij elkaar. De Waalse tegenhanger "Réseau Prévention Harcèlement" geeft aan de hand van zijn ervaringen een lijst van attitudes die te vermijden of aan te bevelen zijn wanneer een leerling melding maakt van pesten.







Te vermijden attitudes

  • De feiten minimaliseren; een persoonlijk gesprek organiseren tussen het slachtoffer en de pester(s); het slachtoffer overbeschermen en extra privileges geven;
  • Bewijs afwachten vooraleer je tussenkomt; de pester(s) veroordelen, afwijzen en schorsen; de pester(s) niet opvolgen; de “uitdagende slachtoffers” veroordelen die de zondebok spelen; geen rekening houden met de wensen van het slachtoffer;
  • Geen rekening houden met de dynamiek van de klas; enkel moeite doen om de situatie op te lossen.





Aan te bevelen attitudes

  • Naar het slachtoffer luisteren, het vergezellen, geruststellen dat de situatie wordt opgevolgd; de pester(s) en getuigen ervan bewust maken zodat ze hun gedrag aanpassen; het slachtoffer beschermen zonder het publiekelijk te verdedigen;
  • Met meerdere leerkrachten overleggen; in kaart brengen wie elkaar beïnvloedt in de klas;
  • De pesters zeker opvolgen en ook naar hun problemen luisteren; hen in de gaten houden zodat ze geen nieuwe slachtoffers maken; hen helpen om hun gedrag te veranderen en hen bewustmaken van de impact van hun gedrag;
  • Verschillende aanpakken aan het slachtoffer voorstellen, ze samen opbouwen en het vooral tijd geven; waakzaam zijn rond de samenstelling van groepen bij groepsactiviteiten; om hierin te slagen is een partnerschap absoluut noodzakelijk.







De “NO BLAME”-aanpak



De Britse NO BLAME-aanpak is gebaseerd op het principe om de pesters niet te straffen, maar net een systeem te creëren waardoor het pesten stopt. De school zet hiervoor een bepaalde cel op poten waar opvoeders en leerkrachten bij elkaar komen en de volgende stappen ondernemen:

 

  • Het slachtoffer voorstellen om een groep te creëren om elkaar te helpen, een soort steungroep. In deze groep zitten leerlingen die het slachtoffer lastigvallen, neutrale leerlingen, positieve leerlingen en de leiders van de klas.
  • Bepaalde leerlingen zonder de gepeste leerling op een informele manier bij elkaar brengen. De volwassenen gaan vervolgens de emoties van deze leerling uitleggen om zo empathie binnen de groep te creëren. 
  • Het probleem aan de doelgroep voorleggen: een van de volwassenen zegt zonder in detail te treden dat er een probleem is met een leerling die onder het pesten lijdt en vraagt aan de groep om oplossingen te bedenken.
  • De verantwoordelijkheden, de voorgestelde actiepunten en de verantwoording van de groep delen: iedereen moet een concrete stap uitwerken die ze met de gepeste leerling ondernemen.
  • Individuele gesprekken met elk groepslid en een actieplan opstellen.





Bron: Secunews

Delphine CHARLOT

Licentiaat in de criminologie

Directie Preventie en Veiligheid, Charleroi

Labels